donderdag 17 april 2014

Hoe D66 in Gouda met lege handen achterbleef

Na de verkiezingen nam D66 als grootste partij het initiatief. Verkenner Bert Jeene bracht op 2 april zijn advies uit: volgens hem zou D66-lijsttrekker Daphne Bergman gaan onderzoeken of de PvdA, de ChristenUnie, de VVD en GroenLinks bereid waren te onderhandelen. Behalve de ChristenUnie maken deze partijen op het moment al deel uit van het college. De op een na grootste partij, Gouda Positief/Gemeentebelangen Gouda, zou weliswaar niet aan de gesprekken deelnemen, maar Jeene stelde voor om de samenwerking op te zoeken.
Bergman nodigde dus de vier partijen uit voor gesprekken. Over wat er vervolgens gebeurde zijn er verschillende versies.
„De ChristenUnie zei vanaf het begin dat ze niet aan tafel zou komen zitten”, zegt Bergman. „Dat heb ik niet begrepen, want ze moesten niets ondertekenen. Wij wilden gewoon gesprekken voeren, kijken of er een gemeenschappelijke basis was.”
Volgens Theo Krins, fractievoorzitter van de ChristenUnie, was het eerder D66 dat moeilijk deed. De ChristenUnie wilde namelijk dat er ook met andere partijen werd gesproken. Het D66-voorstel zou volgens hem onvoldoende rekening hebben gehouden met de uitslag van de verkiezingen en de verkenning: er werd met drie verliezers (PvdA, VVD en GroenLinks) gesproken, terwijl een van de winnaars, Gouda Positief/GBG, buitenspel stond. Krins zegt ook dat hij het vreemd vond dat het CDA, dat stabiel was gebleven en door de meeste partijen was genoemd als coalitiepartner, niet mocht aanschuiven, terwijl er wel twee linkse en twee liberale partijen aanschoven. „Wij zeiden alleen maar dat we de coalitie zó niet wilden”, zegt hij. „Maar D66 was niet bereid om andere partijen te overwegen. Het was voor ons accepteren of afhaken.”
Bergman zegt echter dat zij van plan was om „een brede coalitie te vormen, die alle stromingen vertegenwoordigt”. Alle partijen, niet alleen D66, zouden volgens het advies van de verkenner overigens twijfels hebben over de stabiliteit van Gouda Positief/ GBG. Zij vermoedt dat er een andere verklaring is. „Ik denk dat de christelijke partijen gewoon met elkaar afgesproken hadden dat ze elkaar zouden gaan vasthouden.”
Op 5 april begonnen de gesprekken, zonder de ChristenUnie en zonder resultaat. „Het waren goede gesprekken, maar we hadden natuurlijk geen meerderheid”, zegt Bergman.
Eveneens op 5 april zag Gouda Positief/GBG de kans. De lokale partij nam contact op met de CU „met de vraag of wij met elkaar een gesprek konden aangaan”, zegt Gouda Positief/ GBG-raadslid Jan de Koning. „Toen dat antwoord positief was, hebben wij eind van de middag met ChristenUnie, CDA, SGP, Gouda’s 50+ Partij en de SP een informeel overleg gehad.” Dit overleg leidde uiteindelijk tot een principeovereenstemming.
Op 7 april maakten de zes fracties bekend dat ze samen een nieuw college wilden vormen. Op 15 april zijn ze aan onderhandelingen over inhoudelijke overeenstemming begonnen. De burgemeester van Bergambacht, Arie van Erk, zal het proces begeleiden.
Krins hoopt nu op een „fris geluid” in het nieuwe college. Bergman vreest dat er een „wankele gelegenheidscoalitie” zal komen. „Maar ja”, zegt ze. „Dat is democratie.”