Is het minachting van collega’s en publiek, verveling of juist een prima vorm van communicatie? Twitteren tijdens een raadsvergadering, onderling of naar de buitenwacht leidt tot heftige discussies. Gaan we naar ‘twitterverboden’ of gaat het om zelfdiscipline?
Doetinchem, januari 2011. De wethouders hebben ‘het gevoel’ dat hun een twitterverbod is opgelegd vanuit de raad. Wethouder Loes van der Meijs (VVD) die volgens haar eigen site nimmer twittert tijdens de raadsvergadering, reageert naar een journalist: ‘Dan ga ik toch een boek lezen.’ Dat schiet een raadslid in het verkeerde keelgat. Sarcastische reactie van de wethouder aan de lokale pers: ‘Als dat dan ook niet mag, neem ik in het vervolg een breiwerk mee.’ Publiciteit en een lokale rel zijn haar deel en op haar site trekt ze het boetekleed aan voor haar onbedoelde ‘uitglijer’. Raadsgriffier Bert van der Haar beaamt: ja, er was een discussie, en nee, er is geen verbod. Van der Meijs op haar site: ‘De vraag aan het college en de raadsleden was om verstandig met twitteren om te gaan. Dat zal gebeuren.’
Twitterverbod Zijn er echt twitterverboden? Even rondbellen. Griffier Eric Duijmelinck, Nuenen: ‘We hebben één keer een twitterend raadslid gehad en die is op verzoek van de voorzitter gestopt.’ Griffier Hans van der Does van Voorschoten gaat het primair om respect. Voorschoten heeft geen formeel twitterverbod. ‘Het gaat niet om het twitteren op zich, je loopt tenslotte ook wel eens de gang op om met iemand te praten. Het is het effect wat het kán hebben op de vergadering. Twitteren komt gauw over als desinteresse. Als raadsleden met elkaar twitteren, kan een soort subvergadering ontstaan.’
Salima Belhaj, D66-fractievoorzitter in Rotterdam, vindt twitteren een negatieve beïnvloeding van het raadsdebat, schreef ze onlangs in NRC Handelsblad. Ze sabelt de ‘twitterversatie’ neer: Twitteraars die op elkaar reageren tijdens het debat en tweets dan weer gebruiken in datzelfde debat zetten de niet-twitterende politici op achterstand. Dat werkt ondermijnend voor de rol en verantwoordelijkheid van een volksvertegenwoordiger. Prima dat burgers op Twitter laten horen weten wat ze vinden van het debat, dat confronteert de politici direct met de meningen. Maar de vraag is of ook politici dit zouden moeten willen doen.’
PvdA-fractievoorzitter en fervent twitteraar Peter van Heemst vindt het allemaal koudwatervrees. Hij zou het liefst een groot scherm neerzetten in de raadzaal, waar alle tweets meteen op staan. ‘Waarom is dit medium anders dan andere? Er zijn toch nu ook al andere communicatiemiddelen waar anderen geen weet van hebben: een sms’je, een mail, een krabbeltje op papier, een gesprek op de gang?’
Storend
‘Uitermate storend digitaal wangedrag’, zegt D66-fractievoorzitter Paul van Meenen in Leiden. Hij twittert zelf soms, met mate, maar in de raadzaal: nee. ‘Alsof mensen alsmaar door het debat heen praten. Dat leidt de aandacht af. Een soort schaduwdebat. Dat becommentariëren van elkaar en sprekers vind ik beneden alle peil. Het is slecht voor de kwaliteit van de besluitvorming. Als ik iets wil overleggen, ga ik wel de zaal uit.’ Pieter Kos, fractievoorzitter van GroenLinks in Leiden, is juist erg vóór. ‘Twitteren werkt als een olievlek en verlevendigt het debat. Het dient de openheid en een raadsvergadering is niet besloten. Ik quoot, ik becommentarieer stemgedrag, ik geef mijn persoonlijke observatie.’ Hij vindt wel dat raadsleden via Twitter geen andere geluiden moeten laten horen dan hun officiële woordvoerders. ‘Als ik woordvoerder ben, heb ik ook geen tijd om te twitteren.’
Blogs
Het presidium in Gouda stelde in 2009 regels aan het zonder toestemming citeren uit informeel overleg. Protest daartegen leidde toen zelfs tot een burgerinitiatief op petities.nl, gestart via Twitter. GroenLinks-raadslid Michel Klijmij: ‘Die regels waren onzin, er wérd niet geciteerd uit informeel overleg. Er waren alleen een paar raadsleden bang dat het zou kúnnen gebeuren.’ Hoe om te gaan met bloggen en twitteren is aan de fracties overgelaten. ‘Logisch, regels kunnen toch niet gehandhaafd worden, gezien je vrijheid als volksvertegenwoordiger. Als we regels opgelegd krijgen over twitteren is het einde zoek, dan zou je alle communicatie moeten reguleren.’ Theo Krins (ChristenUnie Gouda), blogger en twitteraar, is het helemaal met hem eens. Twitter heeft wel een heel andere dynamiek dan blogs, zegt hij. ‘Het is een vluchtig middel waarmee je korte statements kunt maken en een groeiende groep volgt dit. Vooral tijdens raadsvergaderingen wordt er intensief getwitterd, waarbij de aanwezige journalisten ook regelmatig participeren in het “schaduwdebat”.’ Toen er toch wat irritatie in Gouda ontstond door wat al te veel intensief getwitter, zijn in overleg met het presidium spelregels gemaakt. Een fatsoenscode, aldus Krins. ‘Een woordvoerder twittert niet en we houden het uiteraard ook leuk. Het was soms wel erg op de persoon gericht en dat geeft wrijving.’
Vindplaats: VNG Magazine nr. 7, Special Overheid & ICT, 1 april 2011, pagina 29 Auteur: Inge Crul - 01/04/2011
Mijn mening: twitterende en bloggende politici zijn zonder twijfel een geweldige toevoeging aan het publieke debat en dragen volgens mij zeker bij aan het verkleinen van de kloof tussen burger en politiek. Ik hoop dat het twitteren en bloggen door raadsleden, ook tijdens de raadsvergaderingen, onder geen beding aan banden wordt gelegd!
BeantwoordenVerwijderen